Biosimilars Nederland heeft samen met het Instituut voor Verantwoord Medicijngebruik en met steun van het ministerie van VWS een programma gestart Biosimilars op Maat (BOM). Vanuit dat project hebben we eens gekeken wat er nu terecht is gekomen van de beloften van biosimilars. Samengevat komen die neer op:
- Biosimilars vormen een kwalitatief gelijkwaardig maar goedkoper alternatief, en brengen marktwerking op gang.
- Daardoor dalen de prijzen van gelijkaardige middelen, maar ook van andere middelen binnen hetzelfde indicatiegebied. Daarmee dragen zij ook breder bij aan een betere betaalbaarheid van geneesmiddelen.
- Vanwege de gunstigere kosteneffectiviteit van biosimilars, kunnen patiënten eerder toegang krijgen tot deze voorheen voor sommige indicaties / behandeltrajecten (te) dure middelen.
- Biosimilars maken het mogelijk dat meer patiënten behandeld kunnen worden (tegen lagere kosten).
- In zijn totaliteit komt er budget vrij voor nieuwe innovatieve therapieën, een verdere bijdrage aan de betaalbaarheid van innovaties en duurzaamheid van de betaalbaarheid van de zorg.
(deze punten hebben deels een onderling verband en gelden niet voor alle biosimilars in gelijke mate) .
Vanuit het Project Bom hebben wij deze verwachtingen getoetst over een 5-jaar periode (2014, voor de intrede van TNF-alfa biosimilars) – 2018 (TNF-alfa en rituximab biosimilars beschikbaar), en het blijkt dat 4 van de 5 de verwachtingen aantoonbaar zijn waargemaakt. Voor punt 3 ontbreken op dit moment voldoende fijnmazige gegevens, en zal nader onderzoek nodig zijn.
Zonder kwaliteitsverlies is in 2018 (t.o.v. 2014) structureel 150 miljoen Euro bespaard op een handjevol middelen, terwijl er bijna 25% meer patiënten mee zijn behandeld. Dat is goed nieuws aan het begin van het jaar, en dat mag ook wel eens verteld worden, want veel professionals in de zorg hebben zich hiervoor ingespannen.
Volg ons via: