Met als adagium de patiënt geen schade te berokkenen staat MDL-arts Ad van Bodegraven terughoudend en kritisch tegenover het alleen omwille van economische redenen omzetten van patiënten naar een biosimilar. Ook na zijn eerste ervaring in april 2016 bij de IBD-patiëntengroep in het Zuyderland ziekenhuis in de regio Zuid-Limburg.
‘Het is een oude Hippocratische wijsheid patiënten geen kwaad te doen, en zowel vaktechnisch als juridisch moeten wij allereerst in het belang van de individuele patiënt handelen. Zij ondervinden geen voordeel van overstappen. Het voordeel is alleen economisch’, begint MDL-arts Ad van Bodegraven zijn verhaal. ‘Bovendien: economische krachten prevaleren zo boven medische argumenten in de spreekkamer. Dat vind ik een punt van zorg. Tot slot is het een misconcept, om niet te zeggen framing, dat er sprake is van ‘dure’ geneesmiddelen bij IBD: in vergelijking met een operatie zijn de directe gezondheidskosten gelijk, maar de indirecte gezondheidskosten een stuk lager.’
Marktstimulans
Toch noemt hij de opkomst van biosimilars een goede ontwikkeling. ‘Door concurrentie wordt de markt gestimuleerd nieuwe middelen te ontwikkelen en vindt correctie plaats op de excessieve winstmarges van de farmaceutische industrietak.’ Dat merkte Van Bodegraven in 2016 toen hij met de ziekenhuisapotheker namens de ziekenhuisdirectie in onderhandeling ging over de prijs van de biosimilar van infliximab voor de IBD-patiënten die het merkmiddel Remicade® gebruiken. ‘Toen ging de originator meebewegen met de prijs.’
Twee sporen
Hierdoor konden de inkopers voor een tweesporenstrategie kiezen. ‘In theorie heb je natuurlijk de intentie om praktijkvariatie te minimaliseren, maar volgens de richtlijnen van zowel de Federatie Medisch Specialisten (FMS) als van onze wetenschappelijke vereniging moeten patiënten de mogelijkheid hebben om terug te vallen op het originele middel indien de patiënt niet wil overstappen of er een nocebo-effect optreedt.’
Informed consent
Wat het nocebo-effect is en dat het kan optreden, hebben de MDL-artsen en verpleegkundigen ook meegenomen in de communicatie van het overstap-traject. Van Bodegraven: ‘Het is een belangrijk fenomeen. We vonden het middeleeuws om de patiënt daarvan niet op de hoogte te stellen; dan doe je mensen onrecht aan. In de informed consent hebben we ook de voors en tegens van overstappen besproken en dat de drijvende kracht vooral is dat de biosimilar goedkoper is. Dat vond 95 procent van de patiënten logisch.’
Bang
Niet iedereen stapte over. ‘Enkelen hadden heldere argumenten waarom ze bang waren voor een overstap, bijvoorbeeld een man die na jaren gedoe eindelijk stabiel was met de originator en net weer aan het werk was, of een vrouw die probeerde zwanger te worden en daarom liever op het merkproduct wilde blijven. Ik denk dat uiteindelijk 80 tot 90 procent van de patiënten zijn geswitcht. Aan de mensen die liever niet wilden, hebben we gevraagd of we er nog eens op mochten terugkomen. Een deel van hen is later alsnog overgestapt, maar er is natuurlijk ook een deel dat toch van de biosimilar terug is gegaan naar de originator.’
Aandachtspunten
Terugkijkend op het proces ziet de MDL-arts nog wel aandachtspunten voor de toekomst. ‘Allereerst kost het overstap-traject aan begeleiding en gespreksvoering veel ‘dure uren’ van verpleegkundig specialisten en medisch specialisten. Die tijd kunnen we niet aan patiëntenzorg besteden en het geld dat we ermee besparen, vloeit terug naar het ziekenhuis en de zorgverzekeraar en niet naar bijvoorbeeld extra personeel of ondersteuning. Tot slot: er komen straks nog veel meer infliximab-biosimilars op de markt. Wat dan? We moeten vermijden dat patiënten straks voortdurend moeten wisselen omdat inkoopconsortia van ziekenhuizen een korting krijgen. Dat is een heilloze route, zowel op praktisch, theoretisch als ethisch vlak.’
Volg ons via: